Etiket biedt duidelijk plaatje
DOOR ANNETTE KARIMI
Aan het etiket kunnen mensen met een voedselallergie vaak niet aflezen of een voedingsmiddel veilig is. Maar nieuw onderzoek kan voor 99 procent zekerheid bieden.
AMSTERDAM – Twee tot drie procent van de bevolking kampt met een voedselallergie, en dat bepaalt vaak in flinke mate hun dagelijkse leven. Niet weten of een voedingsmiddel irritatie of zwellingen in de mond veroorzaakt, buikpijn, diarree, benauwdheid of zelfs een levensgevaarlijke shock, is een flinke belasting, vertelt André Knulst, dermatoloog en allergiespecialist van het UMC Utrecht. „Mensen leven voortdurend met angst voor een lichamelijke reactie.”
Boosdoeners zijn allergenen, natuurlijke stoffen in voedsel die deze allergische reacties kunnen veroorzaken. Tot de belangrijkste allergenen behoren noten, pinda’s, eieren, melkeiwit en weeken schaaldieren.
Is er een allergeen ingrediënt aan een voedingsmiddel toegevoegd, dan moet dit verplicht op het product vermeld worden. Maar als er (onbedoeld) sporen van allergenen in belanden door het productieproces, hoeft dat niet. „Denk bijvoorbeeld aan pure chocolade in een fabriek waar ook melkchocolade wordt gemaakt. Het is technisch bijna onmogelijk om machines zo schoon te maken dat er geen melk in de pure chocolade terecht komt.”
Of dat vervolgens klachten oplevert, hangt af van de concentratie. Elke patient heeft een unieke drempelwaarde en reageert pas vanaf een bepaalde hoeveelheid van het allergeen.
Bij veel voedingsmiddelen wordt gewaarschuwd dat er sporen van noten en melk aanwezig kunnen zijn. Toch zijn deze producten voor de meeste patiënten veilig, vanwege de zeer lage concentratie. „In ongeveer vijftig procent van de gevallen is het niet gevaarlijk. Maar dat weet je dus niet. Mensen mijden dan veel voedingsmiddelen terwijl dat niet nodig is. Als er geen waarschuwing op staat, is er dus helaas ook een kans van vijftig procent dat de hoeveelheid sporen van allergenen wel gevaarlijk is.”
Aan deze situatie komt een einde in Europa en VS. „Wij hebben in het UMC Utrecht als eerste vastgesteld wat de drempelwaarden zijn voor de belangrijkste vier allergenen. TNO onderzoekt onder leiding van voedseltoxicoloog Geert Houben de hoeveelheid allergenen in het voedsel. Op basis van statistische berekeningen, waarbij rekening gehouden worden met gemiddelde drempelwaarden, worden vervolgens de risico’s voorspeld.” Zo kan bepaald worden welke voedingsmiddelen gevaarlijk zijn voor ongeveer 95-99 procent van de voedselallergiepatiënten. Verwacht wordt dat deze inzichten toegepast gaan worden binnen de EU-regelgeving voor voedseletikettering. Knulst: „Ik ben tevreden als dat binnen vijf jaar gebeurd.”
Toch blijft het oppassen geblazen. Niet alleen producten van eigen bodem bevatten immers allergenen, maar ook producten uit verre landen, zoals exotische vruchten. Ook nieuwe voedseltrends kunnen gevaar opleveren. „In Nederland zijn we erg bezig met duurzaamheid, we willen minder vlees en meer vleesvervangers eten. Deze nieuwe eiwitbronnen kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van (insecten-)eiwitten, zoals sprinkhanen. Maar ook van zeewier en algen. We zullen voorzichtig moeten zijn om te zien of deze nieuwe voedingsmiddelen geen bestaande allergie verergeren of nieuwe allergieën opwekken”, zegt Ronald Visschers, voedingsdeskundige binnen TNO.
Bron: Spits Nieuws
http://krant.spitsnieuws.nl/spits/_main_/2012/07/09/006/